Rechtenforum: Juridisch Forum voor juridische vragen. Iedereen kan antwoord geven; de antwoorden zijn niet afkomstig van NuRecht!
Je bent niet ingelogd.
Dag allen,
Ik zit met een probleem en ik hoop hier wat meer informatie te kunnen vinden en met mensen met meer kijk op dit onderwerp te discussiëren.
Het gaat zoals de titel al doet vermoeden om een concurrentiebeding.
Ik werk nu bij een technische groothandel die gespecialiseerd is in watertechniek (in allerlei marktsegmenten, een ervan is 'Pool' daar verkopen we randzaken zoals pompen, kogelkranen, filters, slangen en buizen, eigenlijk alles behalve de zwembaden zelf).
Ik wil gaan werken bij een bedrijf dat complete zwembaden, whirlpools, rolbedekkingen en allerhande bijkomende producten zoals filters produceert en verkoopt. Ze profileren zich dan ook vooral als producent maar hebben een bedrijf in de groep die als handelsonderneming optreed (voornamelijk voor interne productie).
Nu blijkt het dat mijn huidige werkgever, mijn nieuwe werkgever om het gebied van 'Pool' als concurrent ziet en willen ze me houden aan mijn concurrentiebeding.
Ik wil hier nog even bij vermelden dat ik eigenlijk heel toevallig via een kennis bij dit bedrijf terecht ben gekomen, ik ben niet 'geheadhunt' vanwege het feit dat ik bij een 'concurrent' werk en ik ben niet specifiek op zoek gegaan naar een bedrijf wat in een vergelijkbare markt opereert.
Mijn huidige functieprofiel:
Product data support medewerker.
The product data support is part of our new department Commercial Management that is especially operating as a project organization. In this team you are respnsible for the product data and you cooperate in commercial projects.
Main tasks:
-Sparring partner for Category managers
- Implement the agreed category strategies in terms of product data information available and up-to-date in all relevant systems.
Ik werk dus met product data, (afmetingen, gewichten, benaming, classificaties, prijzen).
Ik heb geen contact met leveranciers of klanten, enkel contact met interne collega's.
De functie die ik wil gaan doen:
Manager ICT & bedrijfsprocessen / Projectleider ERP implementatie.
Het functieprofiel moet nog geschreven worden maar in grote lijnen ga ik de ERP implementatie van A-Z verzorgen.
Het beschrijven van de bedrijfsprocessen, het testen en implementeren van het nieuwe ERP systeem, het trainen van gebruikers etc.
Het concurrentiebeding:
"Het is de werknemer verboden (behoudens schriftelijke toestemming) om tijdens de duur van deze overeenkomst en gedurende een jaar na afloop daarvan zelf een onderneming gelijksoortig aan of concurrend met de onderneming van de werkgever te vestigen, te drijven, mede te drijven of te doen drijven, alsmede voor een dergelijke onderneming van een derde hetzij om niet hetzij tegen beloning werkzaam te zijn, indien die onderneming zijn feitelijke plaats van vestiging of een vaste inrichting heeft binnen het gebied nederland. Als die onderneming buiten genoemd gebied gevestigd is, is het werknemer gedurende genoemde periode verboden om voor die onderneming enige activiteit uit te oefenen in het genoemde gebied. Onder werkgever wordt in dit artikel verstaan de werkgever en alle aan werkgever gelieerde ondernemingen.
Er is tevens een relatie beding en uiteraard een geheimhoudingsverklaring.
De bladzijde van het contract met de bedingen is voor gezien getekend en er is tevens een boetebeding vermeld.
Los van het feit of het bedrijf nu wel of geen concurrent is (wellicht naief geweest van mij om dat niet te zien) ben ik van mening dat men me niet aan het concurrentiebeding zou kunnen houden wegens de volgende redenen:
- er is in het concurrentiebeding geen omschrijving van de werkzaamheden opgenomen (volgens mij zijn ze voor alle functies in het bedrijf hetzelfde)
- er is in het concurrentiebeding geen specifieke regio aangeduid, enkel heel nederland,
- Ik ga duidelijk andere werkzaamheden doen
- Het is een duidelijke functieverbetering (iets meer salaris ca. 70 euro per maand , over 6 maanden ca. 400 euro per maand/ Een 'hogere' functie / veel dichter bij huis)
- Ik heb geen contact met relaties (klanten of leveranciers) niet nu, niet bij mijn nieuwe werkgever
- Ik heb geen specifieke kennis (van branche, markt, relaties, producten) die een bedrijfseconomische schade voor het bedrijf kunnen betekenen als ik bij een concurrent zou gaan werken
- Dat ik toegang tot alle product data heb valt onder de geheimhoudingsverklaring en als ik nu die data uit het systeem ga halen is dat een strafbaar feit?
- Ik heb geen sleutelfunctie binnen het bedrijf
- Er is geen investering in mij gedaan wat betreft cursussen o.i.d.
- Een aantal weken terug is 90% van de mensen binnen het bedrijf ontslagen wegens bedrijfseconomische redenen, na dat ontslag was er de mogelijkheid om te solliciteren op een geherstructureerde functie en het daarna aangeboden arbeidscontract was take it or leave it (moeilijk te bewijzen)
- product data is voor mij een combinatie van een artikelnummer en data, ik weet letterlijk van geen enkel product uit mijn hoofd de inkoop of verkoopprijs.
Het is natuurlijk wel zo dat dit concurrentiebeding me slechts deels beperkt in mijn arbeidskeuze en de kans op het vinden van een baan. Aangezien ik net zo goed bij een niet concurrerend bedrijf zou kunnen gaan werken.
Ik heb al een verzoek gedaan bij de werkgever om me toestemming te verlenen en die heb ik niet gekregen:
" Xxxxxxx (nieuwe werkgever) is wel degelijk een concurrent en wij houden je aan het concurrentiebeding. Uiteraard staat het concurrentiebeding niet voor niets in je contract. ‘
Ik zou het zeer waarderen om hier jullie meningen over te lezen.
Alvast ontzettend bedankt!
Offline
In de eerste plaats is het van belang om na te gaan of het non-concurrentiebeding in het arbeidscontract is opgenomen. En daarmee of het dus in elk geval schriftelijk is overeengekomen. Ook is het enkel geldig als u op dat moment meerderjarig was (artikel 7:653 lid 1 BW - https://www.nurecht.nl/BW7.html#Boek7/T … rtikel653).
De afgebakende periode van een jaar is doorgaans redelijk. In de praktijk gaan rechters er vaak vanuit dat een werkgever een groot belang heeft bij een non-concurrentiebeding. De rechter zou ook de boete van het beding kunnen matigen, maar dat wordt niet zomaar gedaan.
Zie: Hof ’s-Gravenhage 28-04-2009 ECLI:NL:GHSGR:2009:BK0398:
“Met CFS is het hof voorshands van oordeel dat de wettelijke regeling van het concurrentiebeding in artikel 7:653 BW niet verplicht tot het omschrijven van het gebied waarvoor het beding geldt of tot afbakening door middel van een lijst met actuele relaties. Aannemelijk is dat CFS een zwaarwegend belang heeft bij naleving van het concurrentie¬beding in heel Nederland. In het beding, zoals CFS dat met [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] is overeen¬gekomen, is een concurrentie- en een relatieaspect te onderscheiden. Het concurrentieaspect beoogt de belangen van CFS te beschermen met betrekking tot de door ex-werknemers tijdens hun dienstverband bij CFS opgedane specifieke kennis van de door CFS gehanteerde methodes en technieken, alsmede van het netwerk en haar klantenkring. Het relatieaspect beschermt het bedrijfsdebiet van CFS doordat het ex-werknemers verbiedt om – kort gezegd – bij relaties en klanten van CFS betrokken te zijn. [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] zijn op 25 juli 2008, gedurende het dienstverband bij CFS, naar de notaris geweest om een eigen bedrijf op te richten in Den Haag, Star Apple, dat zich blijkens het uittreksel uit het handelsregister heeft toegelegd op werving en selectie (volgens de website van Star Apple:) uitsluitend in de IT-branche. Ook CFS houdt zich bezig met het werven en selecteren van personeel op het gebied van informatietechnologie. Hieruit volgt dat Star Apple als een directe concurrent van CFS is aan te merken. [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] stellen dat hun bedrijf vóór de beëindiging van hun dienstverband nog niet in een competitieve relatie met CFS stond. Het hof is evenwel voorshands van oordeel dat de voorbereidende handelingen van [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] erin hebben geresulteerd dat Star Apple op 25 juli 2008 is gevestigd als zijnde “in oprichting” en dat Star Apple, mede gelet op haar doelomschrijving, vanaf die datum in een competitieve relatie staat tot CFS.
2.7 Tevens neemt het hof hierbij in aanmerking dat CFS [geïntimeerde sub 1] enkele malen schriftelijk heeft gewezen op het concurrentiebeding en dat zij heeft aangekondigd zo nodig in rechte nakoming van het beding te zullen vorderen. Ook [geïntimeerde sub 2] heeft daarvan kennis gekregen, aanvankelijk via [geïntimeerde sub 1], en later door middel van brieven van CFS. Deze waarschuwingen hebben [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] er evenwel niet van weerhouden in strijd met het concurrentiebeding te handelen.
2.8 Ook acht het hof van belang dat [geïntimeerde sub 1] op 30 juni 2008 een aantal bestanden van CFS naar zijn privé adres heeft gemaild. Niet dan wel onvoldoende weersproken is, dat enkele van die bestanden “oude” documenten van CFS bevatten die inmiddels in geheel of grotendeels identieke vorm bij Star Apple in gebruik zijn. De door [geïntimeerde sub 1] opgegeven redenen voor het versturen van de e-mails, namelijk dat hij in een presentatie erop wilde wijzen dat hij deze “oude” documenten beter vond dan de nieuwe documenten van CFS, acht het hof niet aannemelijk, nu [geïntimeerde sub 1] enerzijds nalaat te benoemen in welk opzicht hij deze “oude” documenten beter vindt dan de nieuwe documenten en hij anderzijds stelt dat het formulieren zijn voor dagelijks gebruik binnen CFS die hij wel kan dromen. Het hof acht aannemelijk dat het verzenden van de “oude” documenten juist was bedoeld voor gebruik binnen Star Apple, zoals CFS heeft aangevoerd, welk gebruik later ook is gebleken.
2.9 Voorts stellen [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] dat hun functie zo ingrijpend is gewijzigd dat het concurrentiebeding aanmerkelijk zwaarder is gaan drukken en dat daarom het concurrentiebeding opnieuw overeen¬gekomen had moeten worden. Naar het voorlopig oordeel van het hof is geen sprake van een wijziging van de arbeidsverhouding van zo ingrijpende aard. Voor [geïntimeerde sub 1] geldt dat het concurrentiebeding met hem op 5 mei 2008 is overeengekomen in zijn functie van senior team leader en dat zijn functie daarna niet ingrijpend is gewijzigd. Voor [geïntimeerde sub 2] geldt dat het concurrentiebeding met hem bij zijn indiensttreding in de functie van trainee recruitment consultant is overeengekomen. [geïntimeerde sub 2] stelt dat hij recent promotie had gekregen en dat hij geen trainee meer was, alsmede dat zijn salaris van € 1.875,- bruto per maand is gestegen naar € 2.150,- bruto per maand. [geïntimeerde sub 2] verwijst voor de functie¬wijziging naar zijn loonstrook, die als productie 3B door CFS in het geding is gebracht. Het hof is voorshands van oordeel dat de door [geïntimeerde sub 2] genoemde omstandigheden niet nopen tot de slotsom dat sprake is van een wijziging van de arbeidsverhouding van zo ingrijpend aard. Daarbij is van belang dat [geïntimeerde sub 2] niet duidelijk heeft gemaakt welke functie hij na de recente promotie is gaan vervullen, dat de stijging van het salaris op zich niet tot die conclusie leidt en dat de loonstrook waarnaar [geïntimeerde sub 2] verwijst ook geen helderheid verschaft omdat bij “Functie” slechts is vermeld “Recruitment”.
2.10 Te beoordelen is dan of, in de zin van artikel 7:653 lid 2 BW, [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2], in verhouding tot het te beschermen belang van CFS, door het concurrentiebeding onbillijk worden benadeeld. Daartoe dienen de belangen van CFS aan de ene zijde en van [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] aan de andere zijde tegen elkaar te worden afgewogen. In het kader van die toetsing is het hof voorshands van oordeel dat het belang van [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] bestaande in het recht op vrijheid van arbeidskeuze van onvoldoende gewicht is tegenover het zwaarwegende belang van CFS bij handhaving van het concurrentiebeding (zoals dat hiervóór, onder 2.6, is omschreven), om het concurrentiebeding geheel of gedeeltelijk te vernietigen. Dit houdt in dat CFS naar het voorlopig oordeel van het hof [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] onverkort aan het concurrentiebeding kan houden. Dit betekent tevens dat [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] zich niet gezamenlijk, ieder afzonderlijk, of met hun bedrijf Star Apple mogen richten op werving en selectie op de IT-markt. In het midden kan blijven of het bedrijf Star Apple dan nog levensvatbaar is, omdat [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] hun bedrijf hebben opgericht in strijd met het concurrentiebeding, waaraan zij jegens CFS gebonden waren. [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] stellen dat zij bij een recruitmentbureau dat gericht is op een andere dan de IT-branche te maken krijgen met een ander jargon, een andere organisatie van de markt en een totaal ander product, waardoor geen sprake is van een nieuwe gelijkwaardige werkkring. Verder voeren [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] aan, dat de verdiensten niet van een vergelijkbaar niveau zijn. Het hof is voorlopig van oordeel dat deze nadelen in de eerste plaats het gevolg zijn van de keuze van [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] om bij CFS te vertrekken, terwijl die nadelen niet opwegen tegen het zwaarwegend belang van CFS bij naleving van het concurrentie¬beding. Het vorenstaande betekent dat de grieven 1 tot en met 3 slagen.
2.11 De omstandigheid dat de markt, waarop CFS en Star Apple actief zijn, mogelijk groot genoeg is voor beide ondernemingen en de omstandigheid dat [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] CFS hebben verzocht om een relatiebeding over een te komen, brengen, gelet op de hiervoor genoemde omstandigheden, niet met zich dat CFS geen belang heeft bij naleving van het concurrentiebeding. Overigens heeft CFS de stelling van [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2], dat CFS in het verleden werknemers met een relatiebeding heeft laten gaan, betwist. Tijdens het pleidooi heeft [geïntimeerde sub 1] namen genoemd van enkele vertrokken werknemers met wie CFS een relatiebeding zou zijn aangegaan, maar CFS heeft betwist dat zij met die personen een relatiebeding is overeengekomen. Hierdoor staat niet vast, dat CFS in het verleden met vertrokken werknemers een relatiebeding is aangegaan. Het hof passeert dan ook deze stelling van [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2], die nader feitenonderzoek en bewijslevering vergen, waarvoor, gelet op de aard van de procedure, onvoldoende gelegenheid bestaat.
2.12 Nu het hof voorshands van oordeel is dat de werkzaamheden van [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] voor Star Apple in strijd zijn met hun concurrentiebeding is de primaire vordering, strekkende tot een gebod aan [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] hun werkzaamheden voor Star Apple te staken en gestaakt te houden, toewijsbaar. Ook is het hof voorshands van oordeel dat CFS jegens [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] een beroep kan doen op het concurrentiebeding, zodat ook de vordering, strekkende tot een gebod om het concurrentiebeding volledig na te leven, toewijsbaar is. Wel tekent het hof daarbij aan dat deze twee vorderingen elkaar overlappen, nu het werken voor Star Apple tevens een overtreding van het concurrentiebeding vormt, waardoor [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] tweemaal dwangsommen zouden verbeuren voor dezelfde overtreding. Om die reden zijn de vorderingen samengebracht in één dictum en per persoon gesplitst. Het hof ziet aanleiding de gevorderde dwangsom te matigen tot een bedrag van € 5.000,- per overtreding alsmede € 500,- voor elke dag dat die overtreding voortduurt, tot een maximum van € 25.000,-.”
Als het om een concurrentiebeding gaat dan hangt heel veel af van de omstandigheden van het geval. Je zou kunnen vragen of de juristen van Nu Recht meer over jouw situatie kunnen zeggen, maar de meeste duidelijkheid krijg je denk ik alleen door het aan een rechter voor te leggen, juist omdat elke situatie weer anders is.
Offline