Rechtenforum: Juridisch Forum voor juridische vragen. Iedereen kan antwoord geven; de antwoorden zijn niet afkomstig van NuRecht!
Je bent niet ingelogd.
Pagina's: 1
Mijn moeder heeft mijn dochter toen zij minderjarig was een groot bedrag geschonken voor het behalen van een rijbewijs of voor andere studiekosten.
Toen mijn dochter een psychose had en nog minderjarig was, heb ik het geld veilig gesteld op een aparte spaarrekening op mijn naam. Nu is ze 18 en wil het geld gebruiken voor andere zaken. Wat moet ik doen?
Mag ik het geld blijven beheren zoals mijn moeder wil? Of moet ik mijn dochter vrij over het geld laten beschikken?
Offline
Als ik kijk in de rechtspraak dan lijkt het vooral van belang op wiens naam de rekening staat waar het geld op staat, en niet zo zeer het doel waarvoor het ooit geschonken is:
“4.1. Vast staat dat [gedaagde] en zijn ex echtgenote destijds een rekening voor [eiseres] hebben geopend, die op haar naam werd gesteld en dat op die rekening diverse stortingen zijn gedaan door - voornamelijk - [gedaagde].
Bij conclusie van antwoord heeft [gedaagde] hierover opgemerkt dat het de bedoeling was dat hij op deze wijze op een gegeven moment over een spaarbedrag kon beschikken dat hij, indien nodig, kon aanwenden voor de studiekosten van [eiseres], maar dat het niet de bedoeling was dat [eiseres] hierover bij meerderjarigheid zelf de beschikking zou krijgen. Tijdens de comparitie heeft hij nog verklaard dat hij de rekening destijds heeft geopend omdat hij, net als iedereen, geld wilde sparen voor zijn kinderen zodat hij ze later bijvoorbeeld een brommer kon geven of het rijbewijs kon betalen. Verder heeft [gedaagde] aangegeven dat hij destijds alleen voor een spaarrekening op naam van [eiseres] heeft gekozen vanwege de fiscale voordelen hiervan. Volgens [gedaagde] behoort het saldo op de spaarrekening aan hem toe en niet aan [eiseres].
4.2. Dit verweer faalt. Doordat de spaarrekening op naam van [eiseres] is gesteld, is zij als rechthebbende op het saldo op die rekening aan te merken. Daaraan doet op zichzelf niet af dat dit bedrag grotendeels afkomstig is van [gedaagde] en dat het wellicht niet zijn bedoeling was dat [eiseres] hierover zelf de beschikking zou krijgen zodra zij meerderjarig werd.
De stortingen die [gedaagde] in de loop der jaren heeft gedaan op de spaarrekening op naam van [eiseres], dienen immers voorshands als schenkingen in de zin van art. 7:175 BW te worden aangemerkt, waardoor deze bedragen tot het vermogen van [eiseres] zijn gaan behoren. Dit zou anders kunnen zijn indien sprake was van feiten of omstandigheden waaruit blijkt dat [gedaagde] de verrijking van [eiseres] niet heeft gewild, maar dat is niet het geval. Integendeel, ook [betrokkene] heeft destijds het geld dat op haar spaarrekening stond vrij kunnen opnemen, zonder tussenkomst van haar vader, zodat [eiseres] er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat de bedragen die [gedaagde] op háár spaarrekening had gestort, ook daadwerkelijk voor haar bestemd waren. Er is ook niet gesteld of gebleken dat [gedaagde] ooit aan [eiseres] kenbaar heeft gemaakt dat dit niet zijn bedoeling was.
4.3. Nu [eiseres] als rechthebbende op het saldo van de spaarrekening wordt aangemerkt, moet het er voor worden gehouden dat [gedaagde] in beginsel onrechtmatig heeft gehandeld door dit in november 2006 op te nemen zonder haar toestemming.
Bij conclusie van antwoord heeft [gedaagde] nog aangevoerd dat hij als wettelijk vertegen-woordiger van de destijds minderjarige [eiseres] het beheer had over haar vermogen, zodat hij niet onrechtmatig heeft gehandeld. Voorts heeft hij er op gewezen dat hij het bedrag heeft opgenomen ter bescherming en in het belang van [eiseres], zoals bedoeld in art. 1:253i en 1:253j BW, en dat noch [eiseres], noch haar moeder daartegen toen bezwaar heeft gemaakt.”
(zie: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inzien … 10:BN3362).
In dit geval staat het geld nu op de rekening van jou als moeder, dus ben jij in beginsel als rechthebbende op het saldo aan te merken. Wel zou je dochter natuurlijk kunnen (proberen) aan te tonen dat zij voorheen de rechthebbende was en op die grond het geld kunnen opeisen bij je. De vraag is dan vooral of ze kan aantonen dat zij voorheen de rechthebbende was?
Is dat het geval maar zou ze er om redenen niet goed mee om kunnen gaan, dan biedt de wet eventueel ook de mogelijkheid van curatele, beschermingsbewind of mentorschap. Op het moment dat ze bijvoorbeeld nog steeds psychoses zou hebben, dan zouden curatele of beschermingsbewind in haar eigen belang uitkomst kunnen bieden:
Curatele
Curatele is er voor meerderjarigen die wegens een lichamelijke of geestelijke toestand, dan wel de gewoonte van drank- of drugsmisbruik hun financiële en persoonlijke beslissingen niet kunnen blijven maken (zie art: 1:378 BW). Wie onder curatele is gesteld wordt in het openbare curatele- en bewindregister opgenomen. In principe is iemand die onder curatele is gesteld niet bekwaam zelf beslissingen te maken die ‘iets in het recht veranderen’ (dat worden “rechtshandelingen genoemd”). Zo kan hij die onder curatele staat geen auto kopen (voor het recht zou hij dan eigenaar worden en de koopprijs moeten betalen) of bijvoorbeeld zijn horloge schenken aan een ander. Wel kan de onder curatele gestelde nog “familierechtelijke handelingen” verrichten, voor zover de wet niet ander bepaalt (zie art: 1:382 BW).
Beschermingsbewind
Beschermingsbewind is in de wet opgenomen onder de titel: “Onderbewindstelling ter bescherming van meerderjarigen”. Het beschermingsbewind is er voor meerderjarige personen die tijdelijk of duurzaam niet in staat zijn om hun vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen, als gevolg van een lichamelijke of geestelijke toestand, dan wel verkwisting of het hebben van problematische schulden. Kortom: mensen die hun financiële zaken zelf niet kunnen regelen. (zie art: 1:431 BW).De beschermingsbewindvoerder beheert het geld en de goederen van de onderbewindgestelde. Wie onder bewind is gesteld wordt in het openbare curatele- en bewindregister opgenomen.
Mentorschap
Mentorschap is de wettelijke regeling voor meerderjarige personen die hun persoonlijke zaken niet goed meer zelf kunnen regelen. Het gaat dus om de belangen van niet-vermogensrechtelijke aard. (zie art: 1:450 BW). De aangestelde mentor neemt beslissingen over de verzorging, verpleging, behandeling of begeleiding van de persoon in kwestie.
Offline
Pagina's: 1