Rechtenforum: Juridisch Forum voor juridische vragen. Iedereen kan antwoord geven; de antwoorden zijn niet afkomstig van NuRecht!
Je bent niet ingelogd.
Pagina's: 1
Hi Joopie,
Wat een heftig verhaal.
Misschien kunt u het best contact opnemen met de Slachtofferhulp Nederland of uw huisarts.
Slachtofferhulp Nederland kan u helpen om alles in kaart te brengen en mogelijke juridische stappen te ondernemen.
Verder bieden zij ook emotionele steun en een luisterend oor.
Het telefoonnummer van de Slachtofferhulp Nederland is: 0900 - 01 01
Homepage: www.slachtofferhulp.nl
Heel veel sterkte!
Groetjes Nadia
Goedemorgen,
Het is lastig om in te schatten hoe riskant het is. Dit hangt er in grote mate van af hoe bekend het bedrijf in het verre oosten is, hoe groot het concept is, of zij ooit van plan zijn om hun naam ook in Europa bekend te maken etc.
Op zich zegt de wet, Art. 5 Handelsnaamwet het volgende:
“Het is verboden een handelsnaam te voeren, die, vóórdat de onderneming onder die naam werd gedreven, reeds door een ander rechtmatig gevoerd werd, of die van diens handelsnaam slechts in geringe mate afwijkt, een en ander voor zover dientengevolge, in verband met de aard der beide ondernemingen en de plaats, waar zij gevestigd zijn, bij het publiek verwarring tussen die ondernemingen te duchten is.”
Het is dus in mijn ogen zeker verstandig om een eigen en zelfbedachte naam te gebruiken.
Bij het concept ligt het echter anders. Je kan volgens de octrooiwet alleen unieke werken beschermen. Bij een schilderij is dat makkelijker dan bij een concept. Dit concept moet namelijk niet als abstract gekwalificeerd worden. Bv: Een Aziatisch restaurant.
Gebruikt u echter bv recepten die uw oosterse “concurrent” heeft uitgevonden en beschermd, dan kan dat wederom voor problemen zorgen. Is het daarentegen een nationaal gerecht van een land dan zal het niet mogelijk zijn om dat te laten beschermen.
Bovendien heeft een eigen concept en een eigen naam voordelen als het lukt om er succes mee te boeken
Groetjes,
Nadia
Beste SandS,
Excuses, ik heb mijn eerdere post even aangepast. Er zou namelijk moeten staan: Voor de verandering van de arbeidsplek zijn GEEN zwaarwegende gronden nodig (Deze zwaarwegende gronden worden in art. 2 lid 9 t/m 11 Wfw opgesomd)
De "Wet flexibel werken" dwingt een werkgever in principe NIET om toe te stemmen met een verzoek om thuis te werken. Het is dus ook niet via de rechtbank afdwingbaar.
Het enige wat deze wet doet, is ervoor zorgen dat de werkgever het verzoek serieus overweegt en dat de drempel van afwijzing hoger komt te liggen.
De werkgever moer voor een afwijzing schriftelijk redenen aangeven:
Redenen kunnen tal zijn, bv geen goede beveiliging van bedrijfsgegevens, geen veilige thuiswerkplek, algemeen beleid van het bedrijf etc.
De enige mogelijkheid bij verwachte afwijzing van het verzoek om toch thuis te mogen werken is indien de werkgever niet een maand voor het beoogde tijdstip van ingang van de aanpassing op het verzoek heeft beslist, zie art. 2 lid 12 Wet flexibel werken.
Dan gaat het verzoek namelijk automatisch in.
Met vriendelijke groet,
Nadia
Goedemorgen Colen,
Wat een vervelende situatie.
Een deurwaarder kan niet zo maar beslag leggen op uw bankrekening.
Zulke procedures moeten altijd via een rechter. Deze uitspraak zou u als schuldenaar ook moeten ontvangen.
Het kan zijn, dat het in uw geval gaat om een conservatoir beslaglegging. Dat houdt in, dat er aan de voorzieningsrechter verlof werd gevraagd om beslag te leggen nog voordat de procedure bij de rechtbank begint (Art. 700 lid 1 Burgerlijk Wetboek). Reden hiervoor zijn, om de schuldenaar te dwingen om te betalen of meer zekerheid dat geld niet alsnog snel uitgegeven wordt om zo betaling te voorkomen.
Uiteindelijk zult u altijd bericht ontvangen over de beslaglegging en hierin uitleg over de verdere gang van zaken.
Succes,
Met vriendelijke groeten,
Nadia
Goedemorgen,
Uw vraag valt onder de “Wet flexibel werken”, geldend vanaf 1-1-2016.
Hierbij gaat het om aanpassingen in de arbeidsduur, arbeidsplek en werktijd.
Art. 2 lid 9 t/m 11 geven redenen om een aanvraag over de arbeidsduur (minder of meer uren) en wijziging van de werktijd af te keuren.
Er staan echter geen redenen om een aanvraag over de wijziging van de arbeidsplek af te keuren. Dat betekend dat voor een afwijzing geen wettelijke gronden (in de wet staat: "zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen") nodig zijn.
De werkgever moet wel overleg voeren met de werknemer (Art. 2 lid 6) en de mogelijke afwijzing moet schriftelijk en gemotiveerd aan de werknemer medegedeeld worden (Art. 2 lid 8). De afwijzing moet binnen een maand vanaf de aanvraag gedaan worden, anders is de aanvraag van de werknemer automatisch goedgekeurd (Art. 2 lid 12)
Bij een afwijzing kan de werknemer na een jaar opnieuw een aanvraag doen (Art. 2 lid 3).
Met vriendelijke groet,
Nadia
Goedemorgen,
Art. 15 lid 1 Participatiewet geeft een algemene regel, dat u geen recht op bijstand heeft als u een andere uitkering hebt.
Zoals u zegt kan het echter wel zo zijn dat de uitkering onder het wettelijke minimum blijft en daarom aangevult wordt door een bijstandsregeling.
Het doel van de bijstandsuitkering is dus eigenlijk alleen om uw inkomen zo ver aan te vullen, dat het voor u sociaal geldende minimum gedekt wordt.
Het is verstandig om bij beide instanties duidelijk aan te geven in welke situatie u zich bevindt. Volgens mij is er op de wijzigingsformulieren van de gemeente/UWV altijd ruimte voor toelichting. Als dat niet het geval is kunt u met een begeleidend schrijven de situatie verduidelijken, zodat de kans op misverstanden geringer is en het juiste gedeelte ingehouden wordt.
Groetjes,
Nadia
Goedemiddag Hidde,
Bij het huren van een woonruimte en het overnemen/kopen van eerder uitgevoerde veranderingen is het gebruikelijk dat u naast het contract ook een overnameformulier tekent. Dit wordt gedaan zodat achteraf problemen kunnen worden voorkomen en meestal zijn er voorwaarden toegevoegd zoals de verplichtingen bij vertrek etc.
Buiten een overnameformulier regelt ook de wet de verplichtingen van een vertrekkende huurder.
Art. 7:215 lid 1 Burgelijk Wetboek zegt:
“De huurder is niet bevoegd de inrichting of gedaante van het gehuurde geheel of gedeeltelijk te veranderen dan na schriftelijke toestemming van de verhuurder, tenzij het gaat om veranderingen en toevoegingen die bij het einde van de huur zonder noemenswaardige kosten kunnen worden ongedaan gemaakt en verwijderd.”
U was in 2012 niet verplicht om de schuur van de vorige huurder over te nemen. Als u wel gaat overnemen/kopen dan wordt dat in principe gezien alsof de aanpassing door u zelf is uitgevoerd. Het gelden voor u dus dezelfde regels als voor uw voorganger, namelijk de verplichting tot “ongedaan maken en verwijderen”.
Groetjes,
Nadia
Beste JF nieuwkoop,
Als ouder, die met een minderjarig kind wilt verhuizen, bent u op grond van de wet verplicht om toestemming van uw ex-partner hiervoor te vragen.
Als uw ex-partner echter op uw verzoek niet reageerd, dan kunt u de toestemming inderdaad via de rechter opvragen. De rechter zal in zijn beslissing naar het belang van het kind kijken. Dit kunt u terugvinden in het Burgerlijke Wetboek, Art. 1:253a.
Veel succes.
Groetjes,
Nadia
Goedemorgen Henricus,
De volmacht wordt geregelt in boek 3 van het Burgelijke Wetboek.
Art. 3:60 lid 1 van het Burgerlijke Wetboek zegt het volgende:
“Volmacht is de bevoegdheid die een volmachtgever verleent aan een ander, de gevolmachtigde, om in zijn naam rechtshandelingen te verrichten.”
U kunt dus zelf bepalen aan wie u deze volmacht geeft en hoeft hierover niemand anders in te lichten.
Art. 3:65 van het Burgelijke Wetboek geeft u wel de mogelijkheid om de volmacht aan meerdere personen tezamen te verlenen.
Het is verstandig, maar niet verplicht, om de volmacht bij een notaar te laten opstellen, zodat die bv. de wilsbekwaamheid kan vaststellen, de volmacht ondubbelzinnig wordt opgesteld etc. Dit kan achterafmogelijke problemen voorkomen. Hierbij kunt u wederom zelf bepalen wie op de hoogte gesteld wordt van het bestaan van de akte.
Groetjes,
Nadia
Goedemorgen Yessev,
Art. 8 van de Wet Aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen zegt het volgende:
“De verzekerden moeten van ieder ongeval en iedere gebeurtenis waarvan zij kennis dragen, mededeling doen aan de verzekeraar, indien bij dat ongeval of die gebeurtenis het verzekerde motorrijtuig is betrokken en schade is ontstaan tot welker dekking door verzekering deze wet verplicht.”
In het kort houdt dit in, dat u elke schade die is veroorzaakt door het verzekerde motorrijtuig moet melden bij de verzekering.
Persoonlijk zou ik u dat ook aanraden, zodat u mogelijke problemen met de rechtsbijstand van de tegenpartij kunt voorkomen.
Het aangeven van de schade heeft wel enkele voordelen in uw geval:
De verzekering kan een eigen schadeexpert inschakelen om de schade te laten taxeren om zo te voorkomen dat u te veel betaald. Buiten dat zal de verzekering alles voor u afhandelen, als het nodig is ook rechtsbijstand etc.
Om te voorkomen dat het verzekeringsbedrag omhoog gaat/schadevrije jaren verminderen zou u met de verzekering wellicht een afspraak kunnen maken dat u de schade achteraf alsnog aan uw eigen verzekering uit eigen middelen betaald.
Veel succes,
Nadia
Hallo Etheri,
Een stadswacht is een gemeentelijke toezichtshouder en valt onder de wetgeving van de gemeente. Dit betekend dat de bevoegdheden die deze heeft per gemeente kan verschillen.
De afgelopen jaren zijn de bevoegdheden van de stadswachten, en vooral van de stadswachten met een BOA diploma, uitgebreid. Dit zou u moeten nakijken in de APV van uw gemeente.
Wat ik wel over het algemeen kan vermelden is dat veel gemeentes, vooral de grote, een BOA de bevoegdheid geven om op te treden tegen overtredingen van de Wegenverkeers Wet, art. 5, 6, 7, 10 etc. Kort samengevat regelen deze artikelen de plaats op de weg en de rijrichting. Dus ook als u verkeerd rijdt bij een eenrichtingsweg.
Uiteraard kunt u altijd bezwaar indienen tegen de boete. Deze moet wel op tijd ingediend worden.
Groetjes,
Nadia
Hallo Kaboo,
Een sportvereniging kan een contributie vragen als je lid bent. Dit moet zo in de statuten staan en moet u zoals gezegd lid zijn.
Sommige verenigingen vragen ook een bijdrage van vrijwilligers. De bedoeling hiervan is dat het vrijwilligerswerk "serieuser" genomen word en moeten er duidelijke regels zijn wanneer aan de voorwaarden is voldaan om de bijdrage te betalen en terug te vragen.
Het is normaal gesproken niet zo dat een vereniging zonder contract die u getekend heeft geld van u mag incasseren. Mocht u dus een contract getekend hebben dan is het belangrijk om die goed door te nemen. Bovendien is het van belang dat u de statuten van de sportvereniging goed doorneemt want ook hierin zijn mogelijk regels opgenomen mbt tot uw vraag.
Groetjes,
Nadia
Goedenavond Lallie,
Zulke brieven zijn vaak vervelend en wonderlijk.
Wat ik u zou willen adviseren is het volgende:
Volgens de wet, art. 81 lid 1 Burgerlijk Wetboek, is een schuldeiser verplicht om tenminste 1 aanmaning te sturen voordat een incassobureau ingeschakeld mag worden. Volgens mij heeft u geen factuur en ook geen aanmaning ontvangen voordat overgegaan werd naar het innen via een incassobureau.
In uw geval zou ik daarom een aangetekende brief naar het incassobureau sturen met de vraag om alle stukken op te sturen. Hier kunt u denken aan het inschrijfformulier voor de workshop, de factuur en de aanmaning. Hierbij zou ik ook vermelden dat de rente ingevriest moet worden, tot het punt dat u de bewijsstukken in handen heeft. Dit zorgt ervoor dat uw rentekosten niet blijven stijgen terwijl u niet weet om wat het gaat en daardoor ook niet van plan bent om te betalen. De brief aangetekend sturen is altijd van voordeel om achteraf bewijs te kunnen tonen.
Incassokosten zijn te vinden in de Wet Incassokosten (WIK). Art. 2 van deze wet zegt dat over de eerste 2500,00 euro maximaal 15% incassokosten berekend mogen worden. Hierop is een uitzondering van toepassing, namelijk als het factuurbedrag lager is dan 267,00 euro. Dan wordt namelijk het wettelijke minimum van 40,00 euro voor incassokosten toegepast.
Als laatst zou ik u nog willen meegeven dat rekeningen ook kunnen verjaren volgens de wet, art. 3:307 Burgerlijk Wetboek. Bij diensten is de verjaringstermijn 5 jaar. Hierbij moet u wel opletten dat de verjaringstermijn bij het ontvangen van een aanmaning weer opnieuw begint te lopen.
Veel succes.
Nadia
Goedemiddag Sjako,
Ik zal het gedeelte waarover u vragen heeft proberen toe te lichten:
“om nimmer het Verkochte te gebruiken voor kamerverhuur alsmede als een
pension of hotel en te dulden dat het Verkochte uitsluitend mag worden
gebruikt als woonhuis voor de eigenaar casu quo de gebruiker en zijn
gezin.”
Volgens Art. 6:252 BW kan een verkoper van een registergoed een kwalitatieve verplichting zowel op de eigenaar als ook op de gebruiker leggen.. Gebruikers in de zin van art. 6:262 BW zijn huurders, vruchtgebruikers, erfpachters etc.
De kwalitatieve verplichting in uw contract houdt in dat u het appartement niet op de volgende manieren mag verhuren:
- Kamerverhuur
- Pension
- Hotel
Dat betekent dat u niet zelf in mag wonen en daarnaast delen van het appartement mag verhuren. Bijvoorbeeld een lege kamer aan een student verhuren.
“... te dulden dat het Verkochte uitsluitend mag worden gebruikt als woonhuis voor de eigenaar casu quo de gebruiker en zijn gezin.”
Dit houdt in, dat u het appartement wel mag verhuren (gebruikers kunnen o.a. huurders zijn) MAAR, dat ook deze huurder aan de kwalitatieve verplichting is gebonden, namelijk om het appartement zelf (mogelijk met gezin) te bewonen en het wederom niet mag gebruiken als pension, als hotel of kamers verhuren.
Dit soort kwalitatieve verplichtingen worden in contracten opgenomen om vanaf het begin te voorkomen dat registergoederen anders worden gebruikt dan bedoelt. Er zijn redelijk veel uitspraken te vinden waarbij appartementen/woonhuizen als hotel/pension etc. worden gebruikt, bijvoorbeeld LJN: BZ3659. Om dit te voorkomen stond de wetgever de verkoper toe om passieve verplichtingen te mogen op leggen, namelijk een "dulden" of "niet doen". Actieve verplichtingen, een "doen", mogen trouwens niet worden opgelegd.
Veel succes.
Met vriendelijke groet,
Nadia
Goedemorgen Ramaker,
Wat een vervelende en ook gevaarlijke situatie voor uw paarden.
Uw recht is terug te vinden in het Nederlandse privaatrecht. Ik zal in het kort toelichten wat uw recht is en wat hiervoor mogelijke beperkingen zijn:
De hoofdregel is te vinden onder Art. 5:42 Burgerlijk Wetboek, namelijk dat bomen op 2 meter afstand van de grenslijn moeten zijn.
Hierbij zijn er echter uitzonderingen van toepassing waar rekening mee gehouden moet worden:
1. “[...]tenzij ingevolge een verordening of een plaatselijke gewoonte een kleinere afstand is toegelaten.”
Dit betekend specifiek dat u rekening moet houden met de gemeentelijke verordening, het APV. De gemeente is bevoegd om van de 2 meter-regel af te wijken.
2. Art. 5:42 lid 3 BW:
“De nabuur kan zich niet verzetten tegen de aanwezigheid van bomen, heesters of heggen die niet hoger reiken dan de scheidsmuur tussen de erven.”
Houdt u hiermee rekening.
U vraag betreft specifiek overhangende takken die voor overlast zorgen. Ook dit kunt u in de wet terugvinden:
Art. 5:44 Burgerlijk Wetboek geeft aan wat uw rechten en beperkingen zijn:
“Indien een nabuur wiens beplantingen over eens anders erf heenhangen, ondanks aanmaning van de eigenaar van dit erf, nalaat het overhangende te verwijderen, kan laatstgenoemde eigenaar eigenmachtig het overhangende wegsnijden en zich toeëigenen.”
Dit betekend niet dat u morgen uit het niets de takken mag gaan verwijderen, want ook hier zijn beperkingen van toepassing:
“[...] ondanks aanmaning van de eigenaar van dit erf [...]”
Van belang is hier dat u uw buurman laat weten dat u overlast ervaart. Het beste kunt u dit doen a.d.h.v. een schriftelijke aanmaning zodat u zondig bewijs hebt dat u uw buurman op de hoogte van de ervaren overlast hebt gesteld.
In de brief zou ik u adviseren om ook duidelijk aan te geven om welke boom het gaat, de soort overlast overlast en hoezo volgens u de takken moeten verwijderd worden.
Vanaf het moment dat uw buurman deze aanmaning krijgt moet u hem een “redelijke” termijn geven om de takken te verwijderen. Volgens de parlementaire geschiedenis is dit bij grote bomen 6 weken.
Verder en zeker belangrijk mag u uw recht om de takken zelf te verwijderen niet misbruiken. Dat betekend dat u ervoor moet zorgen dat de takken op een dusdanige manier geknipt worden dat de boom geen schade lijdt, bv daardoor dood gaat. U zult dan namelijk aansprakelijk kunnen worden gesteld voor de schade.
Een tweede mogelijkheid die u heeft is het om een rechter te verzoeken om uw buurman te verplichten om de takken te verwijderen. Deze stap geeft echter geen garantie dat uw verzoek toegewezen wordt, maar zal in de uitspraak van de rechter bepaald worden en deze zou ook in uw nadeel kunnen zijn.
De eerste stap die ik u op dit moment zou adviseren is om uw buurman schriftelijk aan te manen om de takken alsnog te verwijderen. Wellicht is dat al een goede oplossing.
Veel succes toegewenst.
Groeten,
Nadia
Pagina's: 1