Hoe kan ik het ouderschapsplan wijzigen?
Wanneer
u gehuwd bent geweest en er tijdens
dat huwelijk één of
meerdere kinderen
zijn geboren, dan bent u sinds 1 maart 2009 verplicht om een
ouderschapsplan op
te stellen wanneer u wilt scheiden. Het ouderschapsplan moet dan ook
onderdeel
uitmaken van het verzoekschrift tot echtscheiding op grond van art. 815
lid 2
Rv. Dit artikel bepaalt namelijk:
Het
verzoekschrift bevat een ouderschapsplan ten aanzien van:
a. hun gezamenlijke minderjarige kinderen over wie de echtgenoten al
dan niet gezamenlijk het gezag uitoefenen.
b. de minderjarige kinderen over wie de echtgenoten ingevolge art.
253sa of 253t het gezag gezamenlijk uitoefenen.
Een
verzoekschrift tot echtscheiding wordt -
in beginsel - niet eerder behandeld dan wanneer er een degelijk
ouderschapsplan is overlegd. Zie bijvoorbeeld
deze uitspraak (Rb Groningen, 12
oktober 2010, ECLI:NL:RBGRO:2010:BO2900):
“De
verplichting tot het overleggen van een ouderschapsplan, gesanctioneerd
meteen eventuele niet-ontvankelijkheid van het echtscheidingsverzoek,
moet volgensde wetgever een - dwingende - stimulans zijn voor ouders om
ook daadwerkelijk zoveel mogelijk invulling te geven aan deze
voortgezette gezamenlijke ouderlijke verantwoordelijkheid. Ouders
worden er toe aangezet zich voorafgaand aan de echtscheiding te
bezinnen op hun toekomst als ouders na deze
echtscheiding.”
Het
ouderschapsplan
Het
ouderschapsplan bestaat al langer, maar is
sinds 1 maart 2009 verplicht gesteld. Het doel hiervan is dat ouders
zich voor
de scheiding al bezig houden met hun toekomst als ouders ná de
echtscheiding.
Dit zou dan ook latere problematiek over de omgang en scheiding moeten
verminderen. Op dit moment (2013) onderzoekt het WODC of dit ook daadwerkelijk
lukt
(zie
hier).
Ook is
voor de ontvankelijkheid van het
verzoek belangrijk dat in het ouderschapsplan staat hoe de kinderen
zijn
betrokken bij het opstellen van het ouderschapsplan. Dit volgt uit art.
815 lid
4 Rv (tweede volzin):
“Tevens
vermeldt het verzoekschrift op welke
wijze de kinderen zijn betrokken bij het opstellen van het
ouderschapsplan.”
De
rechtbank Utrecht oordeelde onder andere dat
ouders daarbij niet verplicht zijn om de voorkeuren van hun kinderen te
volgen,
maar wel dat zij met die voorkeuren rekening houden. Dat hangt
natuurlijk ook
af van de leeftijd van de kinderen. Een peuter zal immer minder
duidelijk zijn
wensen kunnen aangeven dan een kind van twaalf. Ouders moeten in elk
geval dat
wat hun kinderen over het ouderschapsplan aangeven meenemen in hun
beslissingen
daarover. Zie
hier de uitspraak (Rb Utrecht 14
oktober 2009,
ECLI:NL:RBUTR:2009:BK0439):
“Naar
het oordeel van de rechtbank moet in de bepaling tevens een materieel
vereiste gelezen worden, namelijk dat kinderen, afhankelijk van hun
leeftijd en ontwikkeling, ook betrokken moeten worden bij afspraken die
rechtstreeks op hen betrekking hebben. Dat houdt niet in dat de ouders
verplicht zijn om de voorkeuren van hun kinderen te volgen, maar wel
dat zij die voorkeuren betrekken bij hun besluitvorming. Ook aan dat
vereiste is (kennelijk) niet voldaan.”
Daarbij
moet een ouderschapsplan op grond van
art. 815 lid 3 Rv in elk geval afspraken bevatten over:
- de wijze waarop de
echtgenoten de zorg- en opvoedingstaken verdelen of het recht op omgang
vormgeven;
- de wijze waarop de
echtgenoten elkaar informatie verschaffen en raadplegen omtrent
gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het
- vermogen van de
minderjarige kinderen; de kosten van de verzorging en de opvoeding van
de minderjarige kinderen.
Ouders
zijn natuurlijk vrij om meer afspraken
te maken. De eisen die in de wet staan geven enkel aan wat minimaal in
het ouderschapsplan
moet worden geregeld.
Problemen bij het ouderschapsplan
Ook als
er tijdens de scheiding een
ouderschapsplan is opgesteld, dan kunnen daarover later natuurlijk
problemen
ontstaan. Kinderen worden ouder, ze willen misschien op voetbal (of
juist
hockey?), willen op balletles (of misschien juist streetdance?). En
misschien
dat de dagen, waarop ze volgens het ouderschapsplan bij hun vader zijn,
op een
bepaald moment minder goed uitkomen. Kortom: er kunnen op een later
moment tal
van problemen ontstaan. Kun je dan het ouderschapsplan wijzigen?
Problemen over afspraken in het
ouderschapsplan
Er zijn
tal van onderwerpen die misschien in
het ouderschapsplan zijn vastgesteld, maar waarover later onenigheid
kan
ontstaan. Bijvoorbeeld (Kamerstukken II 30145 nr. 3, p. 4-5):
- de
dagelijkse zorg voor de kinderen (waar verblijven de kinderen, eten en
drinken,
huisregels e.d.)
- school
(openbare school of Christelijke school?)
- sport
(voetbal of hockey?)
- medische
zorg (inenten of juist niet inenten?)
- vakantie
(verdeling tussen moeder en vader)
- bijzondere
dagen (zoals verjaardagen, maar ook kerst, oud en nieuw e.d)
- financiën
(spaarrekening van het kind, maar ook de alimentatieplicht)
- communicatie
tussen de ouders (informeren en raadplegen, denk aan bijvoorbeeld
schoolresultaten van het kind, wanneer er ouderavonden zijn etc.)
- halen
en brengen van van de kinderen.
Een voorbeeld
U bent
inmiddels een poosje gescheiden of uit
elkaar en u heeft een ouderschapsplan opgesteld met betrekking tot de
kinderen
die u samen met uw ex-partner (hierna: ex) heeft. Echter, het verloopt
nog niet
geheel vlekkeloos en u heeft met uw ex bijvoorbeeld een geschil over de
verdeling van de schoolvakanties van uw kinderen. Uw ex woont inmiddels
samen
met een nieuwe partner, die ook schoolgaande kinderen heeft. Stel nu
dat zij in
een andere regio wonen en dus andere vakantiedata hebben. U en uw ex
willen beiden
3 weken van de vakantie de kinderen. In het ouderschapsplan staat met
betrekking tot de zomervakantie van de kinderen bijvoorbeeld heel
neutraal:
“Tijdens de
zomervakantie van de kinderen heeft X de kinderen de eerste drie weken
en Y de kinderen de laatste drie weken”
De
zomervakantie van uw kinderen loopt niet
gelijk met die van de kinderen van de nieuwe partner van uw ex. Hoe
lost u dit
op wanneer u er in eerste instantie niet samen uit komt?
Hoe kan ik dit oplossen of het
ouderschapsplan
wijzigen?
Er zijn
verschillende manieren om een probleem
als wat hierboven staat op te lossen. U kunt proberen om er samen uit
te komen.
Wanneer dit niet lukt dan is het mogelijk om:
- De
hulp in te roepen van een mediator;
- Het
probleem voor te leggen aan de rechter.
Mediation
Wanneer
u er samen niet uitkomt dan is de
eerste optie om een mediator in te schakelen. Het doel van mediation is
dat een
neutrale derde, de mediator, partijen helpt om gezamenlijk tot een
oplossing te
komen. De mediator probeert dus te bemiddelen tussen beiden en kan dan
ook als
een bemiddellaar worden gezien. Mediation is daardoor een minder
vergaande
optie dan de stap naar de rechter. Mediation kan natuurlijk ook in het
belang
zijn van uw kinderen, nu u immers met behulp van de mediator probeert
om
gezamenlijk alsnog tot een oplossing te komen. Dit is uiteraard gunstig
voor de
verstandhouding tussen de beide ouders.
Stel nu
dat u onder leiding van een mediator
gezamenlijk tot een oplossing bent gekomen. U heeft een afspraak
gemaakt
waarover u beiden tevreden bent. Nu wilt u dit met het oog op de
toekomst
vastleggen. Er zijn dan verschillende opties om de afspraak of
afspraken vast
te leggen:
Onderhandse akte
Wanneer
u tot overeenstemming bent gekomen,
dan kunt u ervoor kiezen om dit op schrift te stellen in een zogenoemde
vaststellingsovereenkomst en deze beiden te ondertekenen. Een
vaststellingsovereenkomst is een overeenkomst waarin u afspraken
vastlegt om zo
de problemen die ontstaan zijn op te lossen, of deze voor te toekomst
te
voorkomen (art. 7:900 BW). Mochten er dan in de toekomst
tóch problemen
ontstaan, ontstaan dan hebt u een schriftelijk bewijs van wat is
afgesproken
(art. 7:900 lid 3 BW). Een nadeel hiervan is wel dat, wanneer de ander
zijn
afspraken op een gegeven moment niet nakomt, u een procedure zult
moeten
starten bij de rechter om zo te zorgen dat de afspraken worden
nagekomen
(nakoming te vorderen).
Notariële akte
Ook kunt
u er voor kiezen om de afspraak te
laten vastleggen in een notariële akte bij de notaris. De wet
noemt dit een
‘authentieke akte’. Wanneer de ander de afspraken
niet nakomt, dan kunt u
nakoming vorderen via een gerechtsdeurwaarder op grond van deze
notariële akte.
Omdat een notariële akte namelijk een ‘authentieke
akte’ is, kan de deurwaarder
deze direct ten uitvoer brengen. Bedenk alleen wel dat het lastig
blijft om
iemand te dwingen om iets te doen, dan wel om te dulden (gedogen): ook
via een
gerechtsdeurwaarder.
(Onderaan
de pagina kunt u lezen wat het
verschil is tussen een vaststellingsovereenkomst, een beschikking en
een
notariële akte).
Laten vastleggen in rechterlijke
beschikking
U kunt
er ook voor kiezen om de afspraak vast
te laten leggen in een beschikking door de rechter. Een beschikking is
een
rechterlijke uitspraak in een civiele procedure die is ingeleid met een
verzoekschrift. Wel moet u dan een wijzigingsverzoek indienen bij de
rechtbank
(1:253a lid 1 BW). Op grond van dit artikel kunnen geschillen over de
uitoefening van het gezamenlijk gezag na echtscheiding op verzoek van
de ouders
samen, of door een van hen aan de rechtbank worden voorgelegd.
Zo’n
verzoek moet op grond van art. 278 lid 3
Rv wel door een advocaat worden ondertekend. Het verzoek moet namelijk
worden
gericht aan de rechtbank en dan is een advocaat noodzakelijk. Zou u het
verzoek
aan de kantonrechter kunnen voorleggen, dan zou een advocaat niet
noodzakelijk
zijn geweest. Maar dat is vanaf 1 mei 2007 niet meer mogelijk (toen is
art.
1:377a lid 4 BW uit het Burgerlijk Wetboek geschrapt).
Als u
het probleem dus aan de rechter wil
voorleggen, dan zult u een advocaat moeten inschakelen. Met het oog
hierop kan
het verstandig zijn om een advocaat-mediator te raadplegen, omdat
dezelfde
persoon dan betrokken is bij de oplossing die u beiden goed lijkt,
terwijl deze
tevens bevoegd is om zo’n verzoek in te dienen. Met een
rechterlijke uitspraak
kunt u ook nakoming te vorderen (zie onder: verschil tussen
vaststellingsovereenkomst, beschikking en notariële akte).
Bedenk ook hier dat
het lastig blijft om iemand tot iets te dwingen wanneer hij echt niet
wil.
Mediation door advocaat-mediator
Wanneer
uw insteek is om gezamenlijk tot een
oplossing te komen, dan kan mediaton handig zijn. Het idee achter
mediation is
dat het op vrijwillige basis gebeurt. Hierbij is ook van belang is dat
u beiden
bereid bent om te onderhandelen over de gang van zaken. Natuurlijk is
het voor
het verdere verloop van het contact tussen u beiden ook goed wanneer u
samen
tot een oplossing komt. Dit zal dan ook meehelpen met de nakoming van
de
afspraken.
Als u
kiest voor mediation dan is het met -
het oog op het vast laten leggen van de afspraak in een beschikking -
handig om
een advocaat-mediator te raadplegen. Het voordeel aan een
advocaat-mediator is
enerzijds zijn specifieke deskundigheid op dit terrein, zeker wanneer
hij is
aangesloten bij de Vereniging van Familierecht Advocaat
Scheidingsmediators
(vFas). Maar anderzijds kan een mediator, die daarnaast
óók advocaat is, namens
u beiden een gezamenlijk verzoek indienen bij de rechtbank.
Let op: het is echter geenszins gezegd
dat u
met een advocaat-mediator ook altijd daadwerkelijk de gemaakte afspraak
in een
beschikking kunt laten vastleggen. Informeer daar dus altijd eerst naar
bij uw
advocaat-mediator!
Zie
bijvoorbeeld
deze uitspraak (Rb Den Haag 1
februari
2013, ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ2444):
“Tussen
partijen bestaat geen geschil. Zij
verzoeken dan ook geen beslissing van de rechtbank, maar wensen enkel
opname
van de door hen gemaakte afspraken in een beschikking van de rechtbank,
dit
omdat zij belang hebben bij het verkrijgen van een executoriale titel
voor (een
deel van) de in het ouderschapsplan neergelegde afspraken. Hiervoor
hoeven zij
echter niet naar de rechtbank. Zij kunnen hun overeenkomst immers in
een
notariële akte laten vastleggen. Ter zitting heeft de advocaat
toegelicht dat
ervoor is gekozen de vastlegging aan de rechtbank te vragen omdat voor
een
procedure bij de rechtbank een toevoeging wordt verleend en voor een
verzoek
aan de notaris niet. Dit (ongetwijfeld reële) belang van
partijen rechtvaardigt
naar het oordeel van de rechtbank echter niet dat de rechtbank buiten
de wet om
overgaat tot opname van het ouderschapsplan in de beschikking.
De wet
biedt immers slechts in artikel 819 van
het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv.) de mogelijkheid een
onderling
getroffen regeling te laten opnemen in de beschikking. Dit artikel is
van
toepassing in procedures tot echtscheiding, scheiding van tafel en bed
en
ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel in bed en van
overeenkomstige toepassing in procedures tot ontbinding van een
geregistreerd
partnerschap. In al deze procedures zijn partijen gedwongen zich tot de
rechter
te wenden om een beslissing over de scheiding of ontbinding te krijgen.
Voor
die gevallen heeft de wetgever willen faciliteren dat zij, indien zij
het
overigens over de gevolgen van de scheiding/ontbinding eens zijn, niet
nog eens
naar de notaris hoeven om de gevolgen te laten vastleggen. In deze zaak
hoeven
partijen zich echter in het geheel niet tot de rechter te wenden. Het
staat hun
vrij in onderling overleg hun uiteengaan te regelen. In zoverre ziet de
rechtbank
dan ook geen belang om artikel 819 Rv. naar analogie toe te passen.
De
rechtbank zal het verzoek dus als niet op
de wet gegrond afwijzen.”
Direct naar de rechter
U kunt
natuurlijk ook gelijk naar de rechter
stappen. Wanneer u direct naar de rechter stapt is het mogelijk om dit
samen
met uw ex te doen, of dit op eigen initiatief te doen (zelfstandig).
Stel u
bent het er beiden over eens wat
gewijzigd moet worden en wilt dit aan de rechter voorleggen om de
afspraken zo
in een beschikking vast te leggen. U kunt deze stap natuurlijk ook
hanteren
wanneer u een mediator hebt geraadpleegd en u met zijn hulp de nieuwe
afspraken
op papier hebt vastgelegd. Maar als u er samen niet uitkomt, of als
blijkt dat
uw ex niet wil meewerken, dan kunt u ook zelfstandig een verzoek
richten aan de
rechtbank. Artikel 1:253a lid 1 BW bepaalt namelijk:
“In
geval van gezamenlijke uitoefening van het gezag kunnen geschillen
hieromtrent op verzoek van de ouders of van een van hen aan de
rechtbank worden voorgelegd. De rechtbank neem een zodanige beslissing
als haar in het belang van het kind wenselijk voorkomt.”
De
rechter zal dus uiteindelijk beslissen naar
wat hem in het belang van het kind lijkt (zie onder). In lid 6 van
hetzelfde
artikel wordt verder een termijn van behandeling gegeven. In beginsel
wordt het
verzoek dan binnen zes weken behandeld door de rechtbank.
Let op:
Dit wil nog niet zeggen dat u dan ook
meteen een uitspraak kunt verwachten!
Gezamenlijk verzoekschrift
Wanneer
u het over de wijziging eens bent, dan
kunt een gezamenlijk verzoek indienen bij de rechtbank tot wijziging
van de
huidige afspraken (art. 1:253a BW). Voor de toekomst is het natuurlijk
handig
wanneer u een beschikking heeft, om eventueel nakoming te vorderen van
de
gemaakte afspraken.
Bij een
gezamenlijk verzoek dient u via een
gezamenlijke advocaat een verzoekschrift in bij de rechter. Het
voordeel van
een gezamenlijk verzoek is dat u de kosten van de advocaat kunt delen
en dus
niet elk afzonderlijk een advocaat hoeft te betalen. Ook betaalt u dan
maar één
keer griffierecht (de kosten die u moet betalen aan de rechtbank) (art.
15 lid
1 Wet griffierechten burgerlijke zaken). U
kunt hier eventueel meer lezen
daarover. Dit bespaart u beiden dus kosten.
De
bovenstaande procedure kunt u
vanzelfsprekend ook volgen wanneer u tot een gezamenlijke oplossing
bent
gekomen via mediation. Zoals boven al werd aangegeven kan het daarom
handig
zijn om een advocaat te raadplegen die daarnaast ook mediator is.
Eenzijdig verzoekschrift
Stel u
komt er samen niet uit en u hebt ook
geen vertrouwen in mediation. Dan is het mogelijk om een eenzijdig
verzoekschrift in te dienen tot een wijziging van de huidige afspraken.
Ook
daarvoor dient u een advocaat in te schakelen (art. 278 lid 3 Rv). Uw
ex-partner zal dan zeer waarschijnlijk - eveneens via een advocaat -
een
verweerschrift indienen tegen uw verzoek. Maar eveneens is het mogelijk
dat uw
ex dan een zelfstandig verzoek in het verweerschrift zal opnemen (art.
282 lid
4 Rv).
Het
nadeel van deze procedure is dat u allebei
apart een advocaat moet inschakelen en dat u de kosten dus niet kunt
delen.
Daarbij moet u ook allebei apart griffierecht betalen. Het levert dus
extra
kosten op. Bovendien moet u er rekening mee houden dat het doorgaans
een
grotere emotionele belasting zal opleveren als u niet gezamenlijk tot
een
oplossing weet te komen.
Wanneer
uw ex-partner een verweerschrift heeft
ingediend tegen uw verzoek, zal de rechter vaak een zitting gelasten
waarbij u
beide uw verhaal kunt houden. Wederom zal de rechter ook hier oordelen
of de
wijziging in het belang van het kind is (zie onder). Hieruit kan de
rechter dan
opmaken wat hij geraden acht. Dit kan hij dan vervolgens meenemen in
zijn
einduitspraak. Deze zal dan als beschikking aan uw advocaat worden
gezonden,
die hem vervolgens naar u zal doorsturen.
Een
belangrijk punt om in overweging te nemen
is dat partijen in de procedure die gestart wordt met een eenzijdig
verzoek,
tegenover elkaar komen te staan in de rechtszaal. Dit zal de
verstandhouding
tussen beiden vaak niet ten goede komen. Het is dan ook zeker de moeite
waard
om te proberen er eerst samen uit te komen, zodat u ook in de toekomst
– in het
belang van uw kinderen – nog gezamenlijk door
één deur kunt.
Luistert de rechter ook naar de
wensen van
kinderen?
Als de
rechter moet beslissen over de
voorgestelde wijzigingen van het ouderschapsplan, dan zal hij hierbij
beoordelen of deze in het belang van het kind zijn. Dit is namelijk een
belangrijke maatstaf voor de rechter in zaken waarbij kinderen zijn
betrokken.
Het belang van het kind zal echter niet altijd doorslaggevend zijn,
bijvoorbeeld wanneer er andere belangen zijn die zwaarder wegen. Zie
bijvoorbeeld
deze uitspraak (HR 25 april 2008
(NJ 2008, 414), ECLI:NL:HR:2008:BC5901:
“Vooropgesteld
dient te worden, dat uit de omstandigheid dat in art. 1:253a BW is
bepaald dat de rechtbank zodanige beslissing neemt als haar in het
belang van het kind wenselijk voorkomt, niet mag worden afgeleid, dat
het belang van het kind bij geschillen over gezamenlijke
gezagsuitoefening altijd zwaarder weegt dan andere belangen. De rechter
zal bij zijn beslissing over dergelijke geschillen alle omstandigheden
van het geval in acht dienen te nemen, wat er in voorkomend geval ook
toe kan leiden dat andere belangen zwaarder wegen dan het belang van
het kind, hoezeer ook dat belang een overweging van de eerste orde
dient te zijn bij de te verrichten afweging van belangen.”
Als het
ouderschapsplan betrekking heeft op
een of meer kinderen van 12 jaar of ouder, dan beslist de rechter in
principe
niet eerder, dan dat hij ook deze kinderen in de gelegenheid heeft
gesteld om
zelf hun verhaal te doen. Dat is alleen anders wanneer de rechter van
mening is
dat dit in een bepaald geval niet strikt noodzakelijk is.
Als een
kind van 12 jaar of ouder dus aan de
rechter wil laten weten wat hij van de situatie en eventuele afspraken
vindt,
dan heeft een kind daar in principe de mogelijkheid toe. Mocht een kind
dit
niet willen, dan bestaat daartoe geen verplichting. Artikel 809 lid 1
Rv
bepaalt:
“In
zaken betreffende minderjarigen,
uitgezonderd die welke het levensonderhoud van een minderjarige
betreffen die
de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, beslist de
rechter niet
dan na de minderjarige van twaalf jaren of ouder in de gelegenheid te
hebben
gesteld hem zijn mening kenbaar te maken, tenzij het naar het oordeel
van de
rechter een zaak van kennelijk ondergeschikt belang betreft.”
Verschil tussen
vaststellingsovereenkomst,
beschikking en notariële akte
Wat is
nu het verschil tussen een
vaststellingsovereenkomst, een beschikking en een notariële
akte? Een
beschikking ontstaat door tussenkomst van de rechter, terwijl dat bij
een
notariële akte en vaststellingsovereenkomst niet zo is. Zowel
de notariële akte
als de vaststellingsovereenkomst bevatten al de afspraken die u omtrent
het
ouderschapsplan bent overeengekomen. Een groot verschil komt eigenlijk
pas aan
de orde wanneer de gemaakte afspraken niet worden nagekomen. Als de
afspraken
zijn vastgelegd in een rechterlijke beschikking of in een
notariële akte, dan
kunt u de ander dwingen om deze afspraken na te komen. Met alleen een
vaststellingsovereenkomst kunt u dat niet.
Een
notariële akte verbindt een ‘executoriale
titel’ aan de overeenkomst. Dat een notariële akte
een ‘executoriale titel’
oplevert, wil zeggen dat de deurwaarder deze meteen kan uitvoeren
(executeren).
Een rechterlijke beschikking levert eveneens een
‘executoriale titel’ op.Een
vaststellingsovereenkomst levert
daarentegen niet een dergelijke ‘executoriale
titel’ op, zodat de rechter
hierover eerst een uitspraak zal moeten doen. Dit wordt geregeld in
artikel 430
lid 1 Rv:
“De
grossen van in Nederland gewezen
vonnissen, van beschikkingen van de Nederlandse rechter en van in
Nederland
verleden authentieke akten alsmede van andere bij de wet als
executoriale titel
aangewezen stukken kunnen in geheel Nederland worden ten uitvoer
gelegd.”
Artikel
434 Rv bepaalt vervolgens dat het
overhandigen van deze ‘executoriale titel’ aan de
deurwaarder maakt dat de
deurwaarder bevoegd is om deze meteen uit te voeren:
“De
overhandiging van de executoriale titel,
waarvan men de uitvoering verlangt, aan de deurwaarder, machtigt hem in
die
zaak tot het doen van de gehele executie, uit die titel voortvloeiende,
met
uitzondering alleen van die bij lijfsdwang, waartoe een bijzondere
volmacht
vereist wordt.”
Nakoming vorderen?
Wat de
mogelijkheden zijn van de deurwaarder
in een geval als hierboven staat, zal afhangen van wat daarover in de
beschikking of notariële akte is vastgesteld. Wanneer er
namelijk geen
‘sanctie’ is vastgesteld voor het geval
één van beide ouders de afspraken in
het ouderschapsplan niet nakomt, dan kan de deurwaarder meestal nog
niet veel
beginnen. U hebt dan wel een ‘executoriale titel’
maar er moet voor de
deurwaarder wel iets uit te voeren zijn, te executeren.
Wanneer
er geen sanctie is gesteld op het niet
naleven van de afspraken in het ouderschapsplan, dan zou u uiteindelijk
alsnog
een vordering kunnen instellen bij de rechtbank waarbij u nakoming
vordert. Zie
bijvoorbeeld
deze uitspraak (Rb Almelo 6
september 2011,
ECLI:NL:RBALM:2011:BS8742):
“[eiser]
vordert, na eiswijziging, dat
[gedaagde] zal worden veroordeeld tot nakoming van de overeengekomen
omgangsregeling, zulks onder verbeurte van een dwangsom van €
500,- voor iedere
dag dat [gedaagde], nadat twee dagen na betekening van dit vonnis aan
haar zijn
verstreken, in gebreke blijft hieraan te voldoen.”
Wanneer
deze vordering tot nakoming zou worden
toegewezen, dan wordt de ex dus een dwangsom verschuldigd voor elke dag
dat hij
de gemaakte afspraken niet zal nakomen. Een dergelijke dwangsom kan een
deurwaarder vervolgens innen, wanneer hij niet betaald zou worden.
Bedenk wel
dat de verstandhouding tussen u en uw ex dan waarschijnlijk ernstig
verstoord
zal raken en het is maar zeer de vraag of dit in het belang van de
kinderen is.