De rechtspraak en het Nederlandse recht zijn opgedeeld in drie rechtsgebieden: de rechtsgebieden privaatrecht, strafrecht en bestuursrecht:
- Privaatrecht - Binnen de rechtsgebieden het rechtsgebied dat betrekking heeft op geschillen tussen burgers onderling, tussen bedrijven onderling of burgers en bedrijven. Het civiel recht wordt ook burgerlijk recht of privaatrecht genoemd.
- Bestuursrecht - Binnen de rechtsgebieden het rechtsgebied dat betrekking heeft op besluiten van de overheid. Als u het niet eens bent met een beslissing (besluit of beschikking) van de overheid (een bestuursorgaan), dan kunt u daartegen in bezwaar gaan, door een bezwaarschrift in te dienen. Hebt u bezwaar gemaakt en dit is afgewezen, dan kunt u beroep instellen bij de bestuursrechter.
- Strafrecht - Binnen de rechtsgebieden het rechtsgebied dat betrekking heeft op de handhavende overheid (via het Openbaar Ministerie – OM) ten opzichte van burgers die zich schuldig (of daarvan verdacht worden) maken aan overtredingen of misdrijven. De officier van justitie treedt namens de samenleving / overheid op om dit te vervolgen.
Rechtsgebieden: Publiekrecht en privaatrecht
Naast deze indeling worden rechtsgebieden ook ingedeeld naar op wie zij betrekking hebben, namelijk tot het rechtsgebied publiekrecht en het rechtsgebied privaatrecht.
Het publiekrecht is het rechtsgebied waarin de overheid handelt ten opzichte van burgers (personen, bedrijven, instellingen, stichtingen etc.) Het privaatrecht is daarentegen het rechtsgebied waarin de overheid geen partij is. Voorbeelden van dit rechtsgebied zijn:
Feitelijk zijn de bovenstaande rechtsgebieden weer onderdelen van het rechtsgebied privaatrecht. In deze rechtsgebieden (die dus behoren tot het privaatrecht) staan burgers tegenover elkaar, maar ook alle andre entiteiten die niet tot de overheid behoren. Denk bijvoorbeeld aan bedrijven, stichtingen, verenigingen etc.
Het rechtsgebied van het publiekrecht ziet op de verhouding tussen de overheid tot entiteiten die niet tot de overheid behoren. Meestal zullen dat burgers zijn, maar ook hier kunnen dat bedrijven,
stichtingen en andere instellingen zijn. Voorbeelden van deze rechtsgebieden die deel uitmaken van het rechtsgebied publiekrecht zijn:
Indeling in rechtsgebieden
Het verschil tussen deze rechtsgebieden is met name gelegen in het feit dat de rechtspraak de overheid moet kunnen controleren: wil de overheid bijvoorbeeld een strafbaar feit vervolgen, dan kan de rechter controleren of de overheid dit juist doet of heeft gedaan. Zou die controle er niet zijn, dan zou de overheid immers zelf kunnen bepalen op welke manier zij strafbare feiten zou vervolgen, bijvoorbeeld door opsporingspraktijken te gebruiken die een te grote inbreuk maken op de (alleen nog maar) verdachte burger. Dit onderscheid in rechtsgebieden maakt dit duidelijk: is de overheid betrokken > rechtsgebied publiekrecht; is de overheid niet betrokken > rechtsgebied privaatrecht.
Rechtsgebieden en de rechter
Het verschil in de rechtsgebieden maakt ook dat de rechter anders zijn taak van controle uitvoert: tegen de overheid doet de rechter dit volledig, maar in het rechtsgebied van het privaatrecht moeten burgers zelf alles naar voren brengen (art. 150 Rv): In dit rechtsgebied hoeft de rechter niet de overheid te controleren of zij haar taak goed uitvoert, maar moet hij enkel recht spreken. Hier gaat het minder om controle, maar om een uitspraak te geven naar hoe het recht is.
Conclusie rechtsgebieden
Het recht kan worden ingedeeld in drie rechtsgebieden (de rechtsgebieden privaatrecht, strafrecht en bestuursrecht) maar deze rechtsgebieden zijn op hun beurt weer in kleinere rechtsgebieden op te delen. De reden dat dit onderscheid
tussen de drie hoofd- rechtsgebieden wordt gemaakt, is gelegen in de actoren (partijen) die erbij betrokken zijn (overheid of niet). De verdere indeling van deze rechtsgebieden ziet meer op het onderwerp in het recht waarover zij gaan: handelsrecht, huurrecht, arbeidsrecht etc.